De pijnlijke praktijk van een eigen preek
Het in de praktijk brengen van je eigen preek kan een pijnlijk proces zijn. Dat ontdekte ik onverwachts tijdens mijn zoektocht naar een nieuwe auto…
Afgelopen najaar werd ik gevraagd te spreken over vrijheid, vrede en gerechtigheid tijdens de IJM-zondag (International Justice Mission, red.) van onze gemeente. Een thema dat mij wel aanspreekt, zeker als kerk in deze tijd. Immers: hoe navigeren wij op de golven van welvaart en het daarmee samenhangende onrecht? En zo pleitte ik tijdens de preek voor een theologie van tevredenheid, temidden van een economie die gebouwd is op ontevredenheid. Die zondag klonken mooie volzinnen, zoals: “Bijbelse vrijheid is leren tevreden zijn met wat jij hebt en heilige onvrede ervaren ten aanzien van wat anderen niet hebben.” Prachtig, tot het raakt aan je eigen praktijk…
Klapkar
Het is begin februari als mijn vrouw en ik besluiten om een tweedehands vouwwagen aan te schaffen voor de komende zomervakanties. In de loop der jaren hebben we aardig wat bagageruimte ingeruild voor een achterbank vol kinderen. Uiteraard een goede ruil, maar met de komst van de derde werd wel duidelijk dat kamperen met deze combinatie niet meer mogelijk was. En zo stonden we op een winderige zaterdagochtend in Limburg met een stel mannen van marktplaats te oefenen met onze klapkar. Klein probleempje: onze huidige auto heeft geen trekhaak, maar met geleend vervoer weten we het apparaat naar Ede te krijgen. Daarmee creëren we ook gelijk een uitdaging voor de zomer: een trekhaak. De kilometerstand en technische staat van de huidige auto gaven niet veel reden om daar nog in te investeren, dus moest er wat anders komen.
Bidden ...
En zo begint de systematische zoektocht naar alternatieven. Gewapend met een arsenaal aan Excel-formules, eisen en gewenste berekeningen duik ik een wirwar aan autosites en marktplaats op. Natuurlijk bidden we ervoor, maar hoe de Heer zo’n proces moet leiden is mij een raadsel… Al snel vult mijn spreadsheet zich met steeds grotere, luxere en mooiere auto’s met dito prijskaartjes. De voor- en nadelen worden afgewogen, het budget langzaam opgerekt en zo komen we steeds dichter bij onze nieuwe heilige koe.
Dan gaat er op advies van vrouwlief nog een berichtje naar onze auto-man Jan. Tien jaar geleden kochten wij onze eerste auto bij Jan, en sindsdien is hij een buitengewoon betrouwbare monteur gebleken. Jans garage zit in het buitengebied van Ede, weggestopt tussen de bossen en maakt geen reclame. Dat hoeft ook niet: zijn klanten komen toch al uit heel Nederland en daar is ‘ie druk genoeg mee. Jan is niet commercieel, maar gewoon een monteur met eigen zaak. Jan heeft geen grootse groeiplannen, maar vindt voldoening in het kleine en is tevreden met de tevredenheid van zijn klanten. Misschien wel iemand die de waarden van het Koninkrijk uitleeft, zonder ze ooit te benoemen. Iemand die preekt door zijn praktijk.
Au!
Maandagavond. Jan belt en klinkt enthousiast. Hij heeft toevallig nét bijna dezelfde auto gekocht als die wij nu rijden, maar dan met trekhaak en minder kilometers! Zijn voorstel: auto’s ruilen en de beste onderdelen van onze huidige auto zetten we over op de andere auto. Goed idee! Maar: de auto is wat ouder én heeft daarom niet de uiterlijke ‘facelift’ ondergaan, waardoor hij zelfs nog gedateerder lijkt dan onze huidige wagen. Ik probeer enthousiast te klinken, maar na het ophangen steekt het even. Ik ontdek dat ik inmiddels mijn zinnen gezet op iets groters en mooiers. Gek hè? Betrapt! In mijn hoofd heb ik stiekem al afscheid genomen van een model waar ik tot een maand geleden nog uiterst tevreden over was. Ik ben van pure hebberigheid in twee weken tijd ronduit ontevreden geworden met wat ik heb, en ben daarmee lijnrecht tegenover mijn eigen pleidooi voor tevredenheid komen te staan. Au. Zo raakt de theologie van tevredenheid mij op een onverwacht moment. Irritant, botsend en confronterend. Goddank is het mijn vrouw die de goede vragen weet te stellen:
“Schat, wat hadden we nu eigenlijk nodig?”
Een trekhaak.
“Zit die op die auto van Jan?”
Uhm, ja!
“Prima dan, toch?”
Ja, maar het doet wel een beetje pijn. Want je ziet allemaal opties die je ineens gaat willen…
“Maar dan is het misschien wel goed voor je?”
Je hebt gelijk, schat.
En daarom rijden wij de komende jaren rond met een nog oudere auto. Onze huidige auto gaat niet naar de sloop, maar wordt hergebruikt voor andere klanten die dezelfde auto rijden. Eigenlijk wel een geinig idee, en nog duurzaam ook. Het heeft dan even geduurd, maar dan ben ook ik eindelijk een tevreden mens.
Gerelateerde artikelen
About the Author
Marijn Vlasblom
Werkt als conrector onderwijs bij het Baptisten Seminarium, als parttime voorganger in Baptistengemeente Ede Op Doortocht en als zelfstandig ondernemer in digitale media. Is fanatiek onweerfotograaf, gek van alles met vier wielen en spreekt regelmatig in baptisten- en evangelische gemeenten.