Een loser als leider
Confessies van een gefrustreerd fietser
Eerst een confessie. Hoewel ik nooit zo competitief was als kind, heerst er in mij de laatste jaren een zekere geldingsdrang die zich vooral uit op fietspaden. Regelmatig betrap ik mijzelf op een onbewuste rivaliteit richting mijn medefietsers: haal ik eigenlijk zonder reden iemand in, gewoon omdat ik het kan. Zo werd ik vorige maand ineens ingehaald door een jongedame, juist op mijn favoriete stukje fietspad.
Daarna komt de beruchte spiegel: waarom is dat zo voor mij belangrijk? Welke man-vrouw beelden spoken er door mijn hoofd? En waarom heb ik in het dagelijks leven dergelijke ridicule successen nodig om me goed te voelen over mijzelf? Is het mogelijk een evangelisch voorgangers-trekje, zo’n winnaars-mentaliteit? In mijn scriptie schreef ik in het voorjaar al over de pastorale consequenties van succesverhalen op het podium. Gisteren zocht ik wat recente worship hits op YouTube op, waarbij 86 miljoen views(!) geen uitzondering zijn. Vrouwlief keek mee: “Alle mensen op het podium zijn knap, vind je dat niet opvallend?” en inderdaad: iedereen straalt van zelfvertrouwen een zekere mate van succes uit.
Zowel mijn fietsavonturen alsook dit evangelisch fenomeen schuurt met de theoloog in mij, die Paulus’ echo uit 2 Korinte 12:9-10 serieus wil nemen:
"maar hij zei: ‘Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid.’ Dus laat ik mij veel liever voorstaan op mijn zwakheid, zodat de kracht van Christus in mij zichtbaar wordt.Omdat Christus mij kracht schenkt, schep ik vreugde in mijn zwakheid: in beledigingen, nood, vervolging en ellende. In mijn zwakheid ben ik sterk." (NBV)
Hoe inspirerend vond ik het om te lezen dat een kerk in Arnhem een “fuck-up night” had georganiseerd, waarbij mislukkingen werden gedeeld. Zoiets is meer in de lijn van het Koninkrijk dan menig evangelisch succesverhaal waar we gewoonlijk zo graag onze microfoons bij plaatsen. Een loser als leider. Of, in de woorden van Jan Martijn Abrahamse n.a.v. zijn promotie: “Een dominee moet geen 'notabele heer' (of vrouw) zijn, maar een kwetsbare en benaderbare 'profeet'. Iemand die niet tegenover de kerk staat, maar te midden van de kerk, om gelovigen te helpen te ontdekken wat het betekent om 'Jezus als Heer' te belijden met alle vragen, twijfels en uitdagingen van vandaag.” Daar zeg ik van harte amen op.
Maar toch: Een week later, zelfde dag en zelfde plaats herken ik de dame op de fiets. Dit keer staan we even stil voor een rood stoplicht. Genoeg tijd om iets beter naar haar fiets te kijken. Halleluja! Toch een accu, maar dan nét boven de trapas. Het stoplicht gaat op groen. Ik laat haar gaan. Mijn ego is gered, maar mijn zwakte heeft verloren.
About the Author
Marijn Vlasblom
Werkt als conrector onderwijs bij het Baptisten Seminarium, als parttime voorganger in Baptistengemeente Ede Op Doortocht en als zelfstandig ondernemer in digitale media. Is fanatiek onweerfotograaf, gek van alles met vier wielen en spreekt regelmatig in baptisten- en evangelische gemeenten.