Het evangelie als Gods contra-complottheorie
Mysteries zijn weer mode! Na een periode waarin we onze waarneembare werkelijkheid probeerden te ontdoen van iedere vorm van onzekerheid, bleek 2020 het jaar van de herontdekking van onzekerheid. Onze gezondheid, economie en politieke stabiliteit staan op de tocht; we verloren vertrouwen in oude bondgenoten en überhaupt in ons vermogen om (burger)oorlog af te wenden.
De meeste generaties Nederlanders zijn die onzekerheid niet meer gewend. In onze zoektocht naar houvast in deze wankele wereld, constateren we een toenemende fascinatie voor allerlei oncontroleerbare samenzweringen: de een nog wilder dan de ander.
Veiligheid en controle
Complottheorieën zijn uitvoerig bestudeerd en leunen vrijwel zonder uitzondering op bepaalde psychologische basisbeginselen: namelijk ons frustrerende gebrek aan kennis en veiligheid te voorzien van een alternatief verhaal dat ons het gevoel van veiligheid, controle en macht geeft. Daarin sluipt dan een heerlijke bevestiging van onszelf: alle chaos wordt in een nieuw verhaal veilig gerubriceerd in één groot overzichtelijk speelveld van goed en kwaad, waarbij alle complexiteit weer even eenvoudig lijkt te zijn. Of het waar is, is dan psychologisch gezien allang niet meer belangrijk: in de psyche van velen wint het gevoel van veiligheid, gecombineerd met sensatie het al snel van objectieve waarheidsvinding. De populariteit van mysteries is dus goed te verklaren.
Paulus lijkt hiervan goed op de hoogte. Met name in zijn schrijven komen we het mysterie veelvuldig tegen. Paulus schrijft onder andere naar Efeze en Kolosse vrij uitgebreid over de mysteries van God en het evangelie. Zoals vrijwel altijd sluit Paulus hiermee naadloos aan op het denken van zijn doelgroep: het Romeins-Griekse denken stond bol van de mystiek, waar men via allerlei rituelen deel van uit kon maken. Zo stond in Efeze de tempel van de Artemis (lees Handelingen 19), waar een cultus omheen hing van geheimzinnigheid en verheven inzichten waar je enkel via rituelen toegang toe kreeg.
Verdelen of verbinden
Daarmee komen we aan bij een belangrijk effect van de meeste mysteries én hedendaagse samenzweringstheorieën: het vermogen om duidelijke scheidslijnen toe te kennen tussen mensen. Immers: er is bij een mysterie altijd een groep die het geheim kent en zij die het niet weten. Tussen ingewijden en buitenstaanders. Tussen hen die ‘wakker’ zijn en zij die nog slapen. Geheimen trekken dus per definitie scheidslijnen tussen mensen. Wat doet Paulus dan het evangelie in dit taalveld?
Paulus heeft in elk geval niet de intentie zijn geheim een geheim te laten. Regelmatig schrijft hij zijn onthullingen uit. Misschien is de meest kernachtige daarvan wel te vinden in Efeze 1:9-10, waarin Paulus samengevat stelt dat God bezig is om de hele wereld te herstellen dóór Jezus. In Efeze 3:6 komt daar voor Paulus als Jood een unieke ontdekking bij: namelijk dat iedereen mag delen in de belofte van Abraham, sterker nog: de joden en heidenen maken deel uit van hetzelfde lichaam en delen dus ook in het herstel. De radicaliteit van deze woorden wordt door ons al snel over het hoofd gezien, maar precies hier komt het grootse verschil tussen het mysterie van God en de meeste menselijke mysteries boven tafel. Waar aardse mysteries, geheimen en complotten grenzen trekken tussen mensen, opent het mysterie van Christus juist de deur en stelt dat elke stam, taal, ras, natie en volk bij God aan tafel genodigd is. Het mysterie van Christus kiest voor verbinding in plaats van verdeling.
Niet te klein over God denken
Jezus nodigt ons dus uit om groots te denken over Gods gezin. Dat komen we in de Bijbel keer op keer tegen. In het Oude Testament hebben priesters, psalmisten en profeten eigenlijk niet genoeg woorden om de grootsheid van Gods te omschrijven. In het Nieuwe Testament zien we eerst Jezus uitleggen, maar vervolgens de apostelen en later de jonge kerk ontdekken dat Gods plan van verzoening veel omvangrijker is dan wij geneigd zijn te denken. Ook de hedendaagse lezer wordt dus uitgenodigd om groots te denken over Gods gezin.
In deze tijden is het dan geen gekke gedachte om dat ook om te draaien: denk niet te klein van God. Zeker niet in tijden waarin muren en hekken met prikkeldraad weer als oplossing worden gezien voor humane problematiek. Als scheidslijnen tussen mensen weer worden opgetrokken. Als politieke verschillen kerken tot op het bot dreigen te verscheuren. Laten we ervoor waken dat ons beeld van God niet wordt gereduceerd tot enkel onze eigen, zelfbevestigende en comfortabele waarneming. Want dán is de kerk pas écht een mysterie geworden…
About the Author
Marijn Vlasblom
Werkt als conrector onderwijs bij het Baptisten Seminarium, als parttime voorganger in Baptistengemeente Ede Op Doortocht en als zelfstandig ondernemer in digitale media. Is fanatiek onweerfotograaf, gek van alles met vier wielen en spreekt regelmatig in baptisten- en evangelische gemeenten.