Onzekere tijden
Het is bijna Pasen en Jezus bezoekt met zijn leerlingen Jeruzalem. Als ze tegenover de tempel op de Olijfberg plaatsnemen, wijzen zijn leerlingen hem op het enorme gewelf van de tempel. Het moet een prachtig gezicht zijn geweest.
Toch is Jezus’ reactie een schokkende: ‘Hebben jullie dat alles goed gezien? Ik verzeker jullie: geen enkele steen zal op de andere blijven, alles zal worden afgebroken!’ (24:1-2) Natuurlijk wisten de leerlingen van de tempelverwoesting in de zesde eeuw (Babylonische ballingschap), en ook van de tempelschendingen in de tweede eeuw (Syrische onderdrukking) en in de eerste eeuw (Romeinse onderdrukking). Maar ze kunnen zich nauwelijks voorstellen dat iets dergelijks opnieuw zou gebeuren.
Intuïtief vragen ze naar het ‘wanneer’ van deze crisis, die zij direct interpreteren als het wereldeinde, de komst van de mensenzoon: ‘Vertel ons, wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen we uw komst en de voltooiing van deze wereld herkennen?’ (24:3). Opvallend is dat Jezus de vraag niet direct beantwoordt, maar zevenentwintig verzen wacht. Pas na allerlei waarschuwingen voor misleiding en uitweidingen over rampen die absoluut nog geen signaal van het einde zijn, beantwoordt hij de vraag: ‘Dan zal aan de hemel het teken zichtbaar worden dat de komst van de Mensenzoon aankondigt’ (24:30). Hier komen de woorden ‘teken’ en ‘komst’ terug. Met andere woorden, ziektes, oorlogen, tekorten en dergelijke vinden plaats en komen terug, ze herhalen zich en verhevigen zich, maar zijn nog geen teken van het wereldeinde. Vandaar dat deze gebeurtenissen worden uitgelegd als tekenen van uitstel. Jezus tempert de verwachtingen van zijn leerlingen vooraleer hij uitlegt wat het teken van zijn komst is. Hij wil gespeculeer voorkomen.
We staan aan het begin van een crisis die ons sociaal, economisch en ook mentaal zal raken. De dreiging maakt van alles los, angst en zorg, maar ook mooie dingen, zoals creativiteit, verbondenheid en diepe reflexen van warmte. We spreken van een pandemie, met de hoop op de ontwikkeling van ‘groepsimmuniteit’. Als de cijfers juist zijn, is de verwachting dat in de loop van de komende maanden 60% van de Nederlanders, dat is ongeveer 10 miljoen, het coronavirus krijgen. Als vijf miljoen burgers er echt last van krijgt (en hopelijk de andere vijf miljoen het nauwelijks merkt), en 1% eraan overlijdt, sterven vroeg of laat om en nabij 50.000 Nederlanders aan het virus. Uitgesmeerd over een jaar zijn dat 150 mensen per dag, elke 10 minuten één. Als dit de feiten worden, zijn ze afschuwelijk.
In het licht van Jezus’ woorden moeten we ons niet door doemscenario’s laten leiden, en al evenmin door sussende gedachten of simpele antwoorden. Het coronavirus is een groot gevaar, maar net zo dreigend is de reactie daarop. Hoe gaan mensen reageren? Hier ben ik net zo bezorgd over. Ook al worden mensen nu even stilgezet en zoeken velen verbondenheid, het is een dubbeltje op zijn kant. Terecht zegt dr. Phil altijd: ‘The best prediction for future behavior is past behavior’. Mensen die enkele weken geleden nog via social media anderen voor rotte vis uitmaakten en nauwelijks enig fatsoen toonden, veranderen niet van de ene op de andere dag. Groen van Prinsterer heeft er ruim honderdzeventig jaar geleden in zijn boek Ongeloof en revolutie ‘ (1847) op gewezen dat in ontregelde en ontwrichte samenlevingen de ‘vox populi’ (stem/wil van het volk) een definitieve bom onder de samenleving kan zijn. De volkswil, die zomaar omslaat in volkswoede en volksrevoluties, die kunnen bedreigender zijn dan een virus. Als schuldigen worden aangewezen, afrekeningen plaatsvinden, samenzweringstheorieën op touw worden gezet, wilde gedachten en bedoelingen in actie worden omgezet, plunderingen plaatsvinden, dan ontaardt een samenleving verder. Klappende en zingende mensen op balkons worden dan bange mensen, boze mensen en onvoorspelbare mensen.
Gelukkig laat Jezus ook zien dat God dit alles toch in Zijn hand heeft. Tegelijk hebben christenen er een eigen verantwoordelijkheid in. Ze staan biddend, helpend en verwachtend in de samenleving, en luisteren meer naar de ‘vox Christi’ dan naar de ‘vox populi’.
About the Author
Henk Bakker
Henk Bakker is namens de Unie van Baptistengemeenten hoogleraar voor de McClendon Chair for Baptistic and Evangelical Theologies aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Henk woont in Lelystad en is lid van de Baptistengemeente Lelystad.